De pijn van het magazijn — Morgen sluit het 88ste autosalon alweer zijn deuren. Mijn bezoek aan de European Motor Show Brussels was dit jaar voorzichtigheidshalve beknopt omdat volgens het weerbericht parking C op de Heizelvlakte binnen de kortste keren een ijzelvlakte kon worden, maar toch was het een leerrijke rondgang.
Dat elektrische wagens de blikvangers waren op het salon, is intussen genoegzaam bekend. Met de huidige prijzen voor dergelijke voertuigen is het echter duidelijk dat het nog even zal duren vooraleer we in een stille en propere file staan. Het geeft de autofabrikanten alvast de tijd om creatievere namen te bedenken voor de milieuvriendelijke mobielen waarin we ons straks zullen bewegen.
Vooralsnog blijkt de sector vooral gul met de nul: 'zero' was in de Heizelpaleizen nooit ver weg. Het meest ambitieus lijkt de kleine Zero van Citroën: geen liter brandstof, geen gram CO2, geen decibel lawaai. Maar ook het mij tot dusver onbekende Italiaanse merk Tazzari brengt een elektrische stadswagen op de markt onder de modelnaam Zero: de term is dus blijkbaar niet beschermd.
Het lijkt daarom logisch dat de autobouwers, om zich te onderscheiden, in de toekomst sterker het elektrische aspect van hun producten zullen moeten beklemtonen. De futuristische Opel Ampera wijst terzake de weg. Andere fabrikanten kunnen nog de Volta en de Ohma bouwen, maar daarmee hebben we de eenheden wel gehad (de kilowatt wordt best genegeerd, ik zie mij niet rondrijden in een Kwatta).
Hoe moet het dan verder? Nu elektrische voertuigen met een stekker aan een gewoon stopcontact gelegd kunnen worden, kan Toyota overwegen zijn alom bejubelde Prius om te dopen tot Prise. Een Japanse concurrent zou de Nissan Nachttarief kunnen lanceren. En uiteraard komt de stroom die elektrische voertuigen aandrijft, wel ergens vandaan, onder meer van kerncentrales. Mochten die merken niet van de markt verdwenen zijn, dan waren de Daf Doel en de Triumph Tihange voor de hand liggende combinaties.
Maar hoe ze straks ook mogen heten, de elektrische concurrentieslag is nog even toekomstmuziek. De echte strijd tussen de exposanten speelde zich tijdens het autosalon op een ander niveau af: dat van de garantielooptijd. Vier jaar, vijf jaar, zeven jaar inclusief pechverhelping: van zero was hier geen sprake.
De Zuid-Koreaanse autobouwer Kia ging heel ver voor de promotie van zijn waarborg. Op de stand van Kia was een merkwaardig gadget te krijgen: een condoom in een rode verpakking met daarop de vermelding: 'Zeven jaar garantie, ook op uw achterbank.' Helaas blijkt de vervaldatum van het condoom januari 2014 te zijn, niet helemaal gelijklopend met die van de achterbank. Er zouden bijgevolg wel eens juridische discussies kunnen opduiken, maar Kia maakt zich vermoedelijk geen zorgen. Het automerk is een sponsor van de Rode Duivels; een Advocaat heeft het dus al.
Dirk Huyghe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten