
De Europese Commissie wil de introductie van propere en energie-efficiënte voertuigen op korte termijn versnellen.
Commissie Vice-President Antonio Tajani stelt dat “ in 2010 de automobielsector in een beslissende fase is terechtgekomen voor het toekomstige succes van de industrie. De nieuwe Europese aanpak moet een ondersteunend kader bieden, gebaseerd op een tweesporig beleid: het efficiënter maken van de huidige motoren en de 'ultra-lage koolstofmobiliteit' realiteit maken voor de consumenten. Dit moet de toekomstige competitiviteit van de markt garanderen zonder dat ze de doelstellingen over de reductie van de broeikasgassen in gevaar brengt. De strategie moet ook meer conformiteit van de standaarden met zich meebrengen.”
Het is dan ook de bedoeling van de Commissie om zowel in de lidstaten en de regio's massaproductie van de technologieën op te starten. Om dit succesvol te laten verlopen, heeft de Commissie acht hoofddoelstellingen en veertig specifieke acties uitgewerkt om een gepast en technologie-neutraal beleidskader op te stellen.
1.Voortgaan op het elan van de emissiereductie door:
• Een regulatie van de innovatieve twee-, drie- en vierwielers zoals bijvoorbeeld de Segways
• De regulatie van de CO2-uitstoot voor wagens vanaf 2011 door nog meer monitoring en eco-inovaties te stimuleren
• Het ontwikkelen van ethische marketingregels om 'greenwashing' tegen te gaan
• Het indienen van een voorstel tegen 2011 om mobiele airco-systemen minder brandstofverslindend te maken
• Het zo snel mogelijk objectiveren van de milieuvoordelen binnen een 'integrale aanpak'
• Het uitvoeren van bijkomende CO2-metingen om de impact van eco-driving, ITS, infrastructurele maatregelen en stedelijk mobiliteitsmanagement te kwantificeren
• Het herzien van de rijtesten die het verbruik en de uitstoot van de nieuwe wagens meet (zie vorige berichtgeving). Daarom zullen er mobiele meetapparaten worden ontworpen, zodat de testen kunnen gebeuren in het 'echte' verkeer en niet alleen op testparcours
• Het opmaken van een amendement tegen eind 2011 voor de richtlijn 70/157/EEC die over de geluidsreductie van het wegverkeer handelt
• Het opmaken van duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen en het ondersteunen van technologieën die gebruik kunnen maken van deze alternatieve brandstoffen
• Het uitwerken van een strategie om het brandstofverbruik bij zware voertuigen te laten dalen
2.Het ondersteunen van onderzoek en innovatie in groene technologie door:
• Het ondersteunen van R&D naar koolstof-arme brandstoffen, het verbeteren van de huidige motoren en de elektrisch aangedreven motoren van morgen
• De vereenvoudiging van de administratie om Europese subsidies te ontvangen voor onderzoek
• Het uitwerken van een langetermijnvisie tegen 2011 en deze te integreren in een Strategisch Transportechnologieplan en een Communicatieplan over Schone Transportsystemen
• De steun van de Europese Investeringsbank voor R&D en projecten die een transformatie van de industrie toelaten.
3.De marktintroductie bevorderen en de markt transparanter te maken door:
• Het uitvaardigen van richtlijnen over financiële incentives voor de consumenten en de industrie, rekening houdend met de bepalingen voor staatssteun, tegen het einde van 2010
• Een herziening van de taxatie van brandstoffen, met name deze die als milieuvriendelijker worden aanschouwd, en ook deze van de huidige brandstoffen opdat ze efficiënter zouden worden gebruikt
• De taxatie van groene voertuigen meer te coördineren
• Een verdere monitoring van de richtlijn 2009/33/EC die de promotie van schonere en energie-efficiënte voertuigen vooropstelt.
• Het opstellen van een onderzoek dat naar de opinie van de consumenten peilt om zo de verwachtingen en het koopgedrag beter te begrijpen
• Het uitwerken van een uniform labellinsgmethode binnen de bestaande richtlijn 1999/94/EC
• Het opstarten van een demonstratieproject binnen het European Green Cars Initiative in 2011. Het zal het consumentengedrag analyseren, de gebruikspatronen van de elektrische wagens en het bewustzijn over de wagens onderzoeken. Ook zal er extra aandacht worden geschonken aan de standaardisatie en aan de stedelijke regio's die nu structureel de luchtkwaliteitsnormen overschrijden
4.Een globaal bewustzijn te creëren door:
• Het uitwerken van internationale standaarden, het opstarten van dialogen en niet-EU lidstaten bijstaan bij de introductie van elektrische wagens
• Het bekomen van een geharmoniseerde regulatie, ook met de landen buiten de UNECE (Europese economische commissie van de Verenigde Naties, waaronder de landen van het Europese continent, Noord-Amerika, Rusland, Turkije en Israël)
• Toegang te verlenen tot schaarse grondstoffen
5.De werkzekerheid bevorderen door:
• Een netwerk van lidstaten op te richten in een 'European Sectoral Skills Council' om de noden van de automobielsector te detecteren
• Het oprichten van een European Social Fund dat vanaf 2011 financiële steun kan geven om bijscholingen en herschollingen van het personeel in de (automobiel)sector te financieren
6.De CO2-emmissiewetgeving op middellange termijn te herzien
• Door de herziening van de richtlijn 443/2009 tegen 2013 zal er tegen 2020 worden gestreefd naar een maximale emissie van nieuwe wagens van 95gr. CO2/km en lagere waarden tegen 2030. Ook bestelwagens zullen minder mogen uitstoten met een vooropgestelde maximale waarde van 135 gr./km tegen 2013
7.Concrete acties uitvoeren zoals:
• Het uitwerken van veiligheidseisen in 2010
• Het verbeteren van crashtests en testen die rekening houden met de stilheid van de wagens tegen 2012
• Het standaardiseren van de oplaadinfrastructuur, zodat er interoperabiliteit en voldoende connectiviteit kan worden gegarandeerd tussen de oplaadpunten en de voertuigen. Ook slimme technologieën die het opladen van de voertuigen in de daluren moet sturen zou hier ook in kunnen worden geïntegreerd. Deze standaardisatie moet er ook voor zorgen dat alle spelers op de markt (autoconstructeurs, elektriciteitsproducenten en netbeheerders) op één lijn staan. Deze Europese standaarden moeten eventueel worden bijgestuurd indien de globale ontwikkelingen dit nodig zou maken
• Het ondersteunen van de lidstaten en regio's bij de opbouw van oplaad- en tankinfrastructuur, eventueel met de steun van de Europese Investeringsbank (EIB)
• De milieu- en koolstofimpact van de nieuwe voertuigen te benaderen vanuit een 'life cycle approach'
• Het opstarten van een onderzoek of er bijkomende productie nodig is van 'groene energie' en welke de impact is van de bijkomende vraag naar elektriciteit. Volgens een recente studie van de Belgische CREG is de impact op het Belgisch net beperkt als er 'smart grids' komen
• Het bevorderen van onderzoek naar de inzameling, recycling en hergebruik van de batterijen en de regulering voor het transport van deze lege batterijen
8.Het inbedden van de elektrische voertuigen in het beleid door :
• Het CARS21-initiatief te herdefiniëren aan de noden van de steeds ontwikkelende markt. Ook het Europese Klimaatprogramaa (ECCP) moet ten volle worden uitgewerkt in samenwerking met de CARS21-werkgroep, het Witboek over het Europese Transportbeleid en de interne markt. Om een fragmentatie van de inspanningen te voorkomen, zal er een coördinatie plaatsvinden tussen de verschillende lidstaten en zo een voldoende grote 'kritische massa' te hebben en een dialoog en discussie tussen de lidstaten op gang te brengen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten