De federale regering wil de aanschaf en het gebruik van elektrisch aangedreven voertuigen stimuleren om zo het Belgische wagenpark te vergroenen. Gezien een elektrische wagen in aankoop vaak meerdere duizenden euro’s duurder is in vergelijking met de conventionele diesel- of benzinewagens, zijn daarom verscheidene fiscale gunstmaatregelen ingevoerd ten voordele van deze elektrische voertuigen (zuiver elektrische voertuigen, dus geen hybride wagens). Daarnaast is er ook een tussenkomst voor de oplaadstations van deze voertuigen. Mobimix.be zocht uit hoe de nieuwe regeling in elkaar zit en geeft tekst en uitleg bij de voordelen.
De maatregelen zijn opgenomen in de programmawet tot uitvoering van de beslissingen die in het kader van het begrotingsconclaaf van oktober 2009 zijn genomen Deze programmawet werd dinsdag 15 december in de Kamer goedgekeurd. De publicatie in het Staatsblad is voorzien eind december 2009.
Burger aan de stroom
Concreet zullen particulieren nu een belastingvermindering van 30 procent van de aankoopprijs krijgen bij de aanschaf van een elektrische personenwagen, wagen dubbel gebruik of minibus met een maximum van 6 500 euro, geïndexeerd tot een maximum van 9000 euro. Men zal bij aankoop van de wagen dus nog het volledige bedrag moeten betalen. Via het aanslagbiljet wordt de 30 procent dan pas maanden later gerecupereerd. Op federaal niveau behoort een rechtstreekse korting op de factuur nu eenmaal niet tot de mogelijkheden. Dat is immers een gewestelijke bevoegdheid.
Voor de investering in een elektrische laadpaal die ‘publiek toegankelijk’ is, krijgen particulieren een belastingvermindering van 40 procent met een niet-geïndexeerd maximum van 180 euro, geïndexeerd tot maximum van 250,00 euro. Onder publiek toegankelijk worden ‘oplaadpunten die aan de buitenkant van een woning worden geplaatst en die voldoende beveiligd zijn’ verstaan. Er mag geen dubbel gebruik van de kosten worden gemaakt via aftrek als werkelijke beroepskosten.
Beide maatregelen worden in eerste instantie ingevoerd voor uitgaven gedaan in de jaren 2010, 2011 en 2012. Er volgt dan een evaluatie. Later kan de maatregel worden verlengd bij een in de Ministerraad overlegd besluit. De wet voorziet ook uitdrukkelijk dat elektrische voertuigen van de factuurkorting zijn uitgesloten.
Aftrekbaarheid voor bedrijven
Bij bedrijven wordt voor de installatie van oplaadstations voorzien in een verhoogde investeringsaftrek van 10% procent nominaal. Omgerekend naar de huidige tarieven zou dit neerkomen op 15,5%. Bovendien mogen deze stations versneld worden afgeschreven op een termijn van 2 jaar. In eerste instantie gelden deze maatregelen enkel voor de uitgaven of investeringen gedaan in de jaren 2010, 2011 en 2012. Na een evaluatie zal men eventueel de maatregelen verlengen bij Koninklijk Besluit.
Het huidige systeem van fiscale voordelen voor bedrijfsvoertuigen verbeterde reeds aanzienlijk sinds de aftrekbaarheid afhangt van de CO2-uitstoot (60 procent tot 90 procent in plaats van een vaste hoogte van 75 procent). Om de positieve effecten van de bestaande milieufiscale maatregel te versterken, schommelt de marge vanaf 1 januari 2010 tussen 50 procent en 100 procent. Voor elektrische voertuigen echter (volgens de wet omschrijven als voertuigen ‘met een CO2 uitstoot van 0 gram per kilometer’) is een van aftrekbaarheid van 120 procent voorzien. Voor de voertuigen die een uitstoot hebben tot maximum 60 gram CO2 per kilometer, wordt voorzien in een tarief van aftrekbaarheid van 100 procent. Met dat laatste wordt gemikt op de zogenaamde plug-in hybrides.
België doet dus een inhaalbeweging vergeleken met de fiscale voordelen die reeds in vele andere EU-landen van kracht zijn. Klik hier voor een overzicht. ACEA, de associatie van Europese autofabrikanten, is uiteraard tevreden met maatregelen om elektrische voertuigen te stimuleren, maar betreurt dat de systemen sterk variëren van land tot land. Ze roept op tot harmonisatie.
We geven verder nog mee dat elektrische voertuigen in België onder de laagste fiscale pk klasse vallen namelijk 3 PK of 4 PK. De jaarlijkse verkeersbelasting komt zo overeen met een jaarlijks bedrag van 69,70 euro. De eenmalige Belasting op in Verkeerstelling (BIV) bedraagt 61,50 euro, het minimumbedrag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten